In de bovenbouw wordt het domein van het kind nog groter. De omgang met de vrienden en klasgenoten vraagt van hen veel energie (relatie). Wij vinden het belangrijk dat zij vriendschappen aangaan op basis van gelijkwaardigheid en dat zij leren conflictsituaties te voorkomen of goed op te lossen. In deze bouw wordt meer zelfstandigheid verwacht (competentie). De kinderen vergroten hun zelfstandigheid door meer verantwoordelijkheid te krijgen en te nemen. Ook wanneer de leerlingen hier hulp bij nodig hebben, weten zij zelf aan wie ze dat kunnen vragen (autonomie). De rol van de leerkracht is ondersteunend. Leerkracht en ouders staan meer aan de zijlijn.